De gemeente Raalte wil zo min mogelijk risico lopen en -mits financieel verantwoord- zoveel mogelijk risico’s afdekken. Enerzijds willen we daarbij niet teveel beslag leggen op financiële middelen, anderzijds moet er wel een zekere mate van weerstandsvermogen zijn. Uitgaande hiervan hanteren we het volgende beleid:
A. We streven een ratio na van tenminste voldoende. Dit vereist een ratio weerstandsvermogen dat gelijk of hoger is dan 1. Met deze ratio kunnen we weliswaar net alle risico’s afdekken, maar we achten dit voldoende omdat de risico’s zich nooit gelijktijdig en in hun maximale omvang voordoen.
B. Indien de ratio onder de 1 uitkomt, dan wordt het weerstandsvermogen aangepast naar het wenselijk geachte niveau. Hiertoe bestaan twee mogelijkheden:
- Het aanpassen van de beschikbare weerstandscapaciteit (bijvoorbeeld verhogen reserve weerstandsvermogen);
- Het aanpassen van de benodigde weerstandscapaciteit (via het treffen van meer beheersingsmaatregelen).
C. Indien de ratio weerstandsvermogen uitstekend is, dus boven de 2,0, komt het college met het voorstel of het geoorloofd is de reserve af te romen en zo ja tot welke hoogte.
D. Indien de ratio tussen 1,4 en 2 zit, wordt beoordeeld, na een analyse van de toekomstige verwachtingen, of we de hoogte van het weerstandsvermogen in stand houden of kunnen afromen. Hierbij nemen we de (meerjarige) financiële positie van de gemeente in beschouwing.