De opzet van de begroting 2024 en meerjarenraming 2025-2027 is in lijn met het coalitieakkoord 2022-2026 versterken, verbinden, vernieuwen. De begrotingsprogramma’s zijn:
- Ruimtelijke ontwikkeling, woon- en werkomgeving
- Integraal beheer openbare ruimte
- Onderwijs, werk en inkomen
- Maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp
- Duurzaamheid, energie- en warmtetransitie
- Economie
- Sport, cultuur en maatschappelijk vastgoed
- Openbare orde en veiligheid
- Bestuur en dienstverlening
In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op de drie toekomstgerichte opgaven en de drie pijlers door de opgaven heen.
In hoofdstuk 2 treft u de leeswijzer en een toelichting op de beleidsindicatoren aan.
In hoofdstuk 3 schetsen we de financiële positie, het nieuw beleid, de ontwikkeling van de algemene bestemmingsreserve en de reserve grondexploitatie en de financiële wendbaarheid en weerbaarheid.
In hoofdstuk 4 en 5 zijn de beleidsbegroting en paragrafen opgenomen. De beleidsbegroting bestaat uit het programmaplan, het overzicht algemene dekkingsmiddelen, resultaten en onvoorzien en het overzicht overhead.
In hoofdstuk 6 krijgt u een overzicht van de baten en lasten meerjarenraming 2024 tot en met 2027 en de toelichting op de incidentele baten en lasten 2024 tot en met 2027.
Bijlagen
Ook zijn in de voorliggende programmabegroting diverse bijlagen opgenomen, waaronder overzichten nieuw beleid, de geprognosticeerde balans en de staat van reserves en voorzieningen.
Beleidsindicatoren
Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft een vaste set aan beleidsindicatoren voor. Deze zijn per programma terug te vinden in de indicatorentabel (zie lichtgele arcering). Naast de verplichte beleidsindicatoren zijn nog een aantal 'eigen' indicatoren opgenomen. Hierbij maken we voor een belangrijk deel gebruik van de indicatoren uit 'Waar staat je gemeente'.
De indicatoren uit het burgeronderzoek ‘Waar staat je gemeente’ gaan uit van verschillende maatschappelijke thema’s namelijk:
- Woon- en leefklimaat
- Relatie burger–gemeente
- Gemeentelijke dienstverlening
- Zorg en welzijn
De indicatoren worden gemeten met een percentage (0-100%) of een gemiddeld cijfer op een vijfpuntsschaal, waarbij een 1 staat voor ‘helemaal oneens’ en een 5 voor ‘helemaal eens’. Met andere woorden: hoe hoger het cijfer, hoe meer de burgers het eens zijn met de stelling. Het onderzoek vindt tweejaarlijks plaats, het laatst in 2023.